Brief 3 aan Vincent van Gogh
Beste Vincent,
Ik ga wederom niet in op de verschillen van jou en mijn tijd. Maar tegenwoordig hoef je niet meer te schrijven. In de virtuele wereld kan je iedereen elk moment van de dag treffen. Ik kan me zo voorstellen dat jij schrijven vooral gebruikte om je broer op de hoogte te houden van je leven. Daarmee gaf jij een heel duidelijk beeld van het process waar je inzat, welke keuzes je maakte, wat je bezig hield, waar je tegen aan liep etc.
Ik vraag me af of je ook zo bekend was geworden als die brieven er niet waren geweest. Zouden wij dan begrepen hebben wat je bedoelde?
De combinatie van word en beeld hebben er voor gezorgd dat vele mensen je werk kennen. Door je brieven sta je helaas ook te boek als ‘de man met het afgesneden oor’.
Zou ik hier voorzichtig een overeenkomst trekken tussen beeldende kunst en schrijven?
Als beeldend kunstenaar kan je de toeschouwer uitleggen hoe hij/zij het werk kan intepreteren. Wat je intensie was toen je het maakte, wat je er mee wilt zeggen, hoe het werk beschouwd kan worden. Vele kunstenaars hebben dit gedaan. Mondriaan is hier een goed voorbeeld van. Ik kan zeggen dat ik het vaak op prijs stel als ik enige kennis heb over een kunstwerk en dat er daardoor bij mij vaak meer waardering ontstaat, zowel voor de maker als voor het kunstwerk zelf.
Mensen maken hun eigen verhaal als ze kunst kijken.
Wat mij opvalt als ik mijn eigen werk exposeer dat ik duidelijk mijn verhaal kan vertellen, kan uitleggen waar iets vandaan komt en welke symbolische laag het heeft. Ondanks dat maken mensen er hun eigen verhaal van, zien ze hun eigen dingen en interpreteren zij op hun eigen manier.
Dat is het mooie aan het maken van kunst. Dat het een eigen leven gaat leiden.
En om even terug te komen op die vergelijking: het lijkt er op dat woorden dat ook kunnen. Dat had ik mij nog niet eerder gerealiseerd!
Wat een mooie ontdekking en wat fijn om dit met jou te delen.
Hartelijke groet,
Yette